Meestal weet ik na het lezen van een boek precies wat ik ervan vond. Bepaalde zinnen en beelden kunnen nog dagen in mijn hoofd zitten. Met The Letters of Ivor Punch door schrijver Colin MacIntyre, die zelf uit Mull komt en ook deel uitmaakt als muzikant en liedjesschrijver van de Mull Historical Society, twijfelde ik over mijn ‘eindoordeel’. Het was zo’n samenraapsel van verschillende stijlen, tijden en personages. Soms genoot ik met volle teugen, bij andere stukken had ik soms het idee dat ik mijn tijd verdeed aan veel vaagheid en willekeur. Daarom is het moeilijk om in een paar zinnen samen te vatten waar het boek over gaat, en dat kan ook iets positiefs zijn; geen hapklaar genre.
Ivor Punch is een oude man die vroeger politieman was op een klein eiland in het westen van Schotland. Hij is een zwijgzaam type, maar als hij wel spreekt zijn zijn zinnen doorspekt met heel veel fucks, een gewoonte die mij enorm irriteerde omdat hij daardoor als imbeciel overkomt en de dingen die hij zegt juist reduceert in plaats van kracht bij zet. Ik begreep de zin er niet van. Maar wat Ivor wel erg goed doet, is brieven schrijven, heel veel brieven (die ook doorregen zijn met fucks). De brieven zijn onthullend, ontroerend en waarachtig. Ze stellen oprecht grote zaken aan de kaak en vormen het geraamte van het boek. Al die brieven zijn verbonden met eilandverhalen, met mensen die er wonen en woonden, waaronder meerdere generaties van de onconventionele familie Punch. Feiten en fictie lopen vrijelijk door elkaar.