
De Schotse en Italiaanse eilanden die we met zorg hadden uitgekozen voor een bezoek in 2020 zijn buiten bereik. We moeten er grenzen en water voor oversteken en ver reizen. Daarom zijn we om ons heen gaan kijken naar eilanden dichter bij huis, bereikbaar met de auto, de fiets, te voet. Wat is een eiland behalve een stuk land omgeven door water? Die vraag kwam steeds in ons op toen we zo verlangden naar een eilandzicht, een nieuwe omgeving, een gevoel van ruimte en vrijheid. Blijkbaar heeft het idee van wat een eiland is, waar het voor staat, te maken met een brede horizon.
We wonen in Nederland, dus eilanden die voor ons makkelijk en veilig bereikbaar zijn, liggen natuurlijk in Nederland. Ons land is wereldwijd bekend om zijn (gevecht tegen het) water. Maar hoe zit het met onze eilanden? Sommige zijn beroemd en erg mooi (de Wadden), andere missen dat haast onverklaarbare maar onweerstaanbare eilandgevoel. De meeste eilanden hebben een interessante geschiedenis, ook als ze niet onmiskenbaar ‘mooi’ of ruig of adembenemend zijn. Is een eiland ook weleens heel gewoontjes? Tijd om eropuit te gaan!
Samen reizen apart. Onze eerste gezamenlijke eilandbestemming van 2020: Willemstad in de uiterste westhoek van onze provincie Noord-Brabant. We nemen de auto, maar omdat we geen huisgenoten zijn, moeten we afstand houden. Margo zit achter het stuur en ik achterin. Ik laat me chauffeuren naar het stervormige Willemstad, een klein eilandstadje, omgeven door water, bol van de geschiedenis.
Eilandtoeristen in eigen land. We wandelen door de keienstraten. De drie hoofdstraten, Voorstraat, Groenstraat en Achterstraat, komen allemaal uit in de kleine haven. Er hangt een geur van water, niet het zilte zeewater, maar een roestige geur van afbladderende metaalverf. De geur leidt terug naar Stadshaven met zijn vele plezierjachten in elke gradatie van luxe. Een eindje verder aan de horizon, in Hollands Diep, varen vrachtschepen af en aan naar de Rotterdamse haven.
Willemstad is vernoemd naar Willem van Oranje en werd ‘uitgetekend’ door diens zoon Maurits, die het kleine plaatsje ook stadsrechten gaf. Veel van de gebouwen zijn een afspiegeling van de rijke geschiedenis. Een oud stadhuis (met een 12e-eeuwse klok) in renaissancistische stijl; een wapendepot gebouwd door de almachtige familie Oranje; de vroeg 17e-eeuwse domkerk die zowel welvaart als rigorisme uitstraalt; het prinselijke Maurtitshuis; en een 18e-eeuwse korenmolen waarvan de wieken weer pronken als weleer. Er staat ontzettend veel geschiedenis op elkaar gepakt op zo’n kleine oppervlakte, elk stukje verdient aandacht. Vanwege zijn strategische ligging is Willemstad ontelbare malen aangevallen, bestormd en bezet. De laatste keer door de Duitsers in 1944, toen de bevolking naar veiligere oorden in de provincie werden geëvacueerd.
We lopen over de bijna intacte stadsmuren (we denken de moderne auto’s weg) en wanen ons in een vroegere tijd. We kijken aan alle kanten uit over het water en richting de forten in het zuiden. We denken aan de Watergeuzen (vluchtelingen uit alle rangen en standen die Nederland hadden verlaten tijdens de opstand tegen Spanje tijdens de Tachtigjarige Oorlog en die als piraten leefden) en we zijn blij om vrij te zijn en een dag lang andere torens en een andere horizon te zien.